Aug 05 2013

No worries mate!

Published by under Geen categorie

Lieve allemaal, ik heb besloten dat het tijd is voor een nieuw blog. Helaas heb ik dit blog laten verslonzen (en ik kan er niet tegen om incompleet te zijn) dus werd het tijd voor een frisse start en een geheel nieuw blog!

Mijn nieuwe blog heb ik iets meer afgeschermd dan dit blog. Je hebt er geen wachtwoord voor nodig om hem te lezen, maar je kunt hem ook niet zomaar vinden op internet.
Helaas kan ik op dit blog niet zien wie mijn verhalen volgde dus vandaar deze oproep: Heb je met plezier dit blog gelezen en wil je mijn nieuwe blog ook volgen? Stuur dan even een mailtje naar damietclaessens@hotmail.com (of facebook me even!) en dan stuur ik je de link toe. En aarzel niet want hoe meer zielen hoe meer vreugd 😀

No responses yet

Jan 28 2013

Life is what happens….

Published by under Geen categorie

Lieve allemaal, hier dan eindelijk weer berichtje op mijn reisblog na een dikke 4 maanden stilte…
Sinds ik in Australië en in het nanny gezin gesetteld was ging het leven opeens heel snel. Je vind je draai en je routine en voordat je het weet sluipen de weken voorbij. Zoals ik in mijn vorige blog schreef had ik binnen 1,5 maand mijn weg wel gevonden in het gezin. De keerzijde van je weg vinden is dat het vaak niet lang duurt voordat de sleur om de hoek komt kijken. De dagen die ik in het gezin maakte waren lang (van 8 uur tot 18.30 uur) en wanneer ik het ‘s ochtends begon strekte de dag zich eindeloos voor me uit. Wat ga ik in godsnaam de hele dag doen? Een vraag die al snel verscheen en niet meer weg ging. Na ook dit kenbaar te hebben gemaakt bij de ouders, werden er wat veranderingen aangebracht. Zo werd mij vaker een auto thuis gelaten zodat ik met de kids op pad kon.

 

Met Evie en Charlie naar het strand

 

Charlie in Koala Sanctuary

 

Koala Sanctuary

 

Walibi met baby in koala sanctuary

 

Altijd leuk...

 

Daarnaast deed het gezin zeer hun best om mij hun ‘Australian way of life’ te laten zien. Dit hield onder meer uitstapjes met de boot in. Een uitstapje met de boot hield vervolgens in dat er ook gevist werd. Dus ben ik vorig jaar voor het eerst in mijn leven gaan vissen…

 

Op de boot

 

Pelikaan

 

Lani vangt vis

 

Aangespoelde kwal op eilandje in de buurt van Brisbane

 

Lani showt schelp

 

Uiteindelijk ben ik 5 maanden in het nanny gezin gebleven: van 1 juli tot en met 1 december. Wat mij het meeste motiveerde om dit werk zo lang te blijven doen, was mijn doel om genoeg geld te verdienen om nog verder te kunnen reizen.
Ik denk dat al binnen een week na mijn aankomst in Australië in mijn hoofd het idee ontwikkelde om terug te gaan naar Azië, alvorens terug naar huis te keren. Op de een of andere manier had ik heel sterk het gevoel dat ik nog niet klaar was en dat dít (mijn tijd in Australië) onmogelijk de afsluiter van mijn reis kon zijn. Al snel kregen mijn ideeën meer vorm en vatte ik het plan om vanaf december allereerst 8 weken in Australië te gaan rondreizen. Vervolgens vanuit Darwin (deze stad ligt het dichtste bij Azië) naar Bangkok te vliegen en dan twee weken in Thailand met Michelle en Florence door te brengen, die dan beiden in Thailand zouden zijn. De grote afsluiter zou in India plaatsvinden waar ik een week of 6 wilde gaan doorbrengen. Na India (waar ik onder meer 10 dagen een meditatiecentrum in wilde gaan) zou ik klaar zijn om terug naar huis te gaan.

 

Gedurende mijn tijd in Brisbane ben ik vaak erg streng voor mezelf geweest. Waar andere meisjes nauwelijks werkten en alleen maar uitstapjes maakten in de omgeving, was mijn week volgepland met het nanny-en, Del ‘Ugo en de German Sausage Hut. Geregeld pakte ik de kladblok erbij en hield ik nauwgezet bij of mijn begroting om mijn reisplannen te kunnen bekostigen nog volgens plan verliep.

 

Hoewel mijn tijd in Brisbane veel work en weinig play inhield zijn er een paar momenten die ik wil highlighten. Zoals mijn verjaardag. Dit jaar heb ik voor de tweede keer in mijn leven mijn verjaardag in het buitenland gevierd. De eerste keer was mijn zestiende verjaardag, die plaatsvond tijdens mijn Highschool Year in de VS. Nu, elf jaar later, ging ik mijn verjaardag in Australië vieren. Mijn verjaardag was wel moeilijk vond ik, ik was dus ook heel erg blij met alle facebook berichtjes, mailtjes en kaartjes van thuis. En hoewel ik er een beetje tegenop zag was mijn Australische verjaardag zeker weten geslaagd. Overdag ben ik samen met mijn tante Ingrid gaan shoppen en heeft ze mij getrakteerd op een uitgebreide lunch in Southbank. Het ‘s avonds ben ik met vrienden en collega’s samengekomen in Brew waar we tapas hebben gegeten en champagne hebben gedronken.

 

Verjaardagscadeautje van Kristina: abseilen vanaf Kangaroo Point

 

Kristina is er zo goed als klaar voor

 

Uitzicht over Brisbane vanaf Kangaroo Point

 

Het eerste grotere uitstapje wat ik heb gemaakt was naar Fraser Island. Hier ben ik begin oktober samen met Vanessa (de moeder van het nanny-gezin) naar toe geweest. Vanessa is pas dertig dus net 3 jaar ouder dan mij. De nacht vóór en de nacht na onze trip naar Fraser hebben we in een hostel in Rainbow Beach doorgebracht. De veerboot naar Fraser Island vertrekt namelijk vanaf Rainbow Beach.
Voor Vanessa was dit de eerste keer dat ze in een hostel sliep. Ze vond het wel een beetje spannend, maar gaf aan dat ze het met mij wel wilde proberen. En ik was echt trots op haar. Het ‘s avonds hebben we met de andere mensen in onze unit een film gekeken en Vanessa was de onbetwiste -sterke cointreau-en-sprite-mix uitdelende- sfeermaker van de avond.

 

Rainbow beach

 

Op Fraser hadden we een twee daagse trip geboekt om kennis te maken met het eiland. Fraser is het grootste zandeiland ter wereld en bevat een heel afwisselend landschap met onder meer tropisch regenwoud, mangrovebossen en duinlandschappen. Fraser heeft geen verharde wegen en de mensen verplaatsen zich dan ook door het zand in auto’s met vierwielaandrijving. Het was zo bizar om te zien hoe het strand gewoon een snelweg is.
Mijn favoriet van het eiland was Eli Creek. Wanneer je deze creek naar beneden zwemt waan je je echt even in een paradijsje. Een ander plekje wat ik erg mooi vond is Lake Wabby, een groen meer wat zich midden in de duinen, naast een gigantische open zandvlakte bevind.

 

Eli Creek

 

Onderweg naar Lake Wabby

 

Lake Wabby

 

Regenwoud op het eiland

 

Scheepswrak "Maheno"

 

Vanessa en ik

 

Fraser!

 

Het strand dient als snelweg

 

Eind oktober ben ik samen met Jayde en Laurel een weekendje naar de Gold Coast gegaan om walvissen te spotten. De Gold Coast is de benaming voor de kuststreek ten zuiden van Brisbane. Ik had Jayde en Laurel een ochtend cadeau gedaan op een whale watching boot. Zij hadden op hun beurt mij (nog voor mijn verjaardag) getrakteerd op een overnachting in een resort in Surfers Paradise. Surfers Paradise is het meest toeristische stadje van de Gold Coast.

 

Gestopt voor een beroemde "Yatala meat pie" langs de snelweg richting de Goldcoast

 

Surfers Paradise: het Las Vegas van Queensland

 

Laurel, Jayde en ik

 

De haven in Main Beach

 

Klaar om walvissen te gaan spotten

 

Surfers' vanuit de zee

 

Het walvissen spotten was super. Ik had mijn verwachtingen niet al te hoog gespannen aangezien ik een keer in Portugal ben gaan dolfijnen spotten en toen geen enkele gezien heb, maar deze tour overtrof al mijn verwachtingen. We hebben niet maar 1 walvis gezien maar zeker vier, waaronder een moeder en kalf. Naast de walvissen zagen we ook geregeld groepjes dolfijnen, die erg sociaal zijn en vlak naast de boot komen zwemmen zodat we ze van dichtbij konden bewonderen. Overigens, de walvissen zie je natuurlijk het beste vanaf een boot op zee, maar zelfs vanaf onze balkonkamer in het resort kon je de walvissen in de verte omhoog zien komen en zich terug in het water laten vallen.

 

De nacht dat we in de Gold Coast verbleven had ik het ‘s avonds met Gustavo afgesproken. Gustavo is de Chileense jongen uit mijn Thailand blog, die ik daar had ontmoet nadat ik Froukje was kwijtgeraakt. Gustavo woont al ruim 2 jaar in Australië via Work & Holiday- en studentenvisums en gaat ieder jaar een paar maanden terug naar huis. Toen ik hem in april in Thailand ontmoette stond hij op het punt voor een paar maanden naar huis te gaan. In september schreef hij me dat hij weer terug was in de Gold Coast. Aangezien hij in Surfer’s Paradise woont heb ik hem toen ik daar was gesms’t om wat af te spreken. Het ‘s avonds hebben we wat gedronken en de dag erna is hij met ons meegegaan naar het strand. Met Gustavo besprak ik dat ik door al mijn gewerk maar weinig van de omgeving had gezien en dat mij dat nu toch wel dwars zat. Hierop stelde hij voor dat we samen naar een national park zouden kunnen gaan. Dit park bevond zich in de bergen en er zou een uitkijkpunt en een mooie waterval zijn. Zo gezegd zo gedaan en twee weken later stond Gustavo mij op het treinstation op te wachten om Springbrook National Park te bezichtigen.

 

Vanwege flinke bewolking die roet in het eten gooide (uitkijkpunt is niet de moeite waard op een bewolkte dag) zijn we echter naar het strand gegaan. Terwijl we op het strand zaten kwam er een insect die de hele tijd rond Gustavo bleef zoemen, wat hem danig uit zijn humeur bracht. Ik maakte een grapje en zei tegen hem “och laat je toch gewoon steken, dan ben je er vanaf”. Hierop zei hij “nee, want dan gaat hij vast tegen al zijn vrienden zeggen dat ik lekker smaak en dan komen ze allemaal”. En vervolgens, out of the blue, keek hij me aan en zei hij dat hij zich eigenlijk wel afvroeg hoe ik smaakte. Ik moest lachen, rolde met mijn ogen, en zei iets in de trant van “you’re such an idiot.” Toen ging het gesprek door, maar niet al te lange tijd ging voorbij waarop hij weer zei dat hij zich nog altijd afvroeg hoe ik smaakte. Ik moest weer lachen maar wist eigenlijk niet zo goed meer wat ik terug moest antwoorden. Toen zei hij “well, you don’t say no….” en zoende hij me. Ik vond het zó raar. Hoewel hij wel altijd flink aan het sjansen was had ik dit totaal niet zien aankomen.

 

Al vanaf het eerste moment dat we begonnen te daten was Gustavo er heel uitgesproken over dat hij niet wilde dat ik in december weg zou gaan. Hij vroeg me bij hem te komen wonen in Surfer’s Paradise. Hoewel hij dit oprecht meende nam ik het verzoek niet echt serieus. Het ligt gewoon niet in mijn aard om al mijn plannen opzij te zetten voor een jongen. Na de derde date echter kwam de ommekeer. We hebben die dag zoveel lol gehad en ik voelde me zó bij hem op mijn gemak dat ik me realiseerde dat ik niet zomaar meer weg kon gaan. Ik ben nog nooit met iemand samen geweest waar ik zo mezelf kan zijn en die zo duidelijk is in wat hij voor me voelt. Elke keer als ik iets zei of deed wat hij leuk vond of een niet zo slimme opmerking maakte (die maak ik heel soms), toonde hij me een soort ingehouden glimlach, knikte hij, en zei hij “Yes, I want you to be with me”. Hij liet me weten dat ik degene was die hij wilde zien als hij terug kwam van zijn werk. En dat hij me meer wilde leren kennen dan wie dan ook.

 

Na een flinke innerlijke worsteling (hoe moet het met al mijn reisplannen? gooi ik die zomaar overboord voor een jongen? hoe moet het met de toekomst? ik lijk wel gek om zo close te worden met een jongen waarmee een toekomst zo lastig gaat zijn. kan ik niet beter nu al weglopen?) een aantal goeie gesprekken met vriendinnen en familie zowel thuis als in Australië, heb ik toch besloten om niet te gaan reizen in december maar in plaats daarvan met Gustavo te gaan samenwonen in de Goldcoast.

 

Het klinkt misschien gek maar echt van harte ging het niet. Ik denk dat ik gewoon ontzettend bang was, maar mijn hoop was dat ik bij hem zou gaan wonen en binnen 2 weken zou ontdekken dat dit het toch niet was. Dat ik dan, met 2 weekjes vertraging maar lekker volgens plan, alsnog mijn reis kon afmaken en dan met een gerust hart terug naar Nederland in de wetenschap dat we het hadden geprobeerd en gewoon niet werkte. Dat vooruitzicht was een stuk makkelijker om mee te dealen, dat het vooruitzicht dat het misschien wel eens goed zou kunnen gaan…

 

Een voorwaarde die ik wel had gesteld was dat we niet in Surfer’s Paradise zouden gaan wonen. Die stad is helemaal niets voor mij. Teveel toeristen, teveel zatte mensen op iedere avond van de week, de meisjes té blond en te nep en de jongens té bruin en afgetraind. De week nadat ik Gustavo had verteld dat ik het wilde proberen; samenwonen met hem, ging hij druk op appartementenjacht in andere stadjes in de Goldcoast. En toen kreeg ik het pas echt warm. Ik dacht wat als het inderdaad binnen 2 weken misgaat, zitten we dan vast aan een of ander appartement. Toen ik Gustavo vroeg hoe het moest als ik na een paar weken zou denken dat het samenwonen toch niet was wat ik wilde en ik verder wilde reizen zond hij me weer dat aparte glimlachje en zei hij “Then you tell me and I will convince you to stay”.

 

Op 30 november maakte ik de laatste dag in het nanny gezin. Vanuit het nanny gezin ben ik eerst nog naar de Whitsunday coast gevlogen voor een 3 daagse tocht die ik geboekt had op een zeilboot. Vanaf deze boot zou ik gaan duiken in het Great Barrier Reef, iets wat met hoge prioriteit op mijn afvinklijstje staat.

 

Het afscheid in het nanny-gezin is goed verlopen. Zoals ik wel verwachtte zouden Lani en Evie er vrij rustig onder blijven. Als er iemand verdrietig zou worden dan zou het Charlie (mijn stiekeme favoriet) zijn. En ja hoor toen we Charlie uitlegden dat ik weg ging en er een nieuw meisje kwam, kwamen de tranen. “But whyyyyyy?” wilde Charlie weten. En “I.Don’t.Want.Becky!”
Ik had voor alle drie de kids een cadeautje gekocht waarmee ik Charlie gelukkig een beetje kon afleiden. Tevens hebben we afgesproken dat Charlie een keer op bezoek komt en we samen naar het strand gaan.
Vlak voordat ik vertrok was er nog even stress. Scott zou mij naar het vliegveld brengen, echter mijn schoenen waren opeens spoorloos verdwenen. Evie speelt altijd met mijn schoenen, maar ze zijn normaal gezien nooit moeilijk terug te vinden. Ze liggen altijd midden in de kamer. Nu leken ze in rook te zijn opgegaan. Het hele huis mobiliseerde zich in de zoektocht naar mijn schoenen. Evie (die afgezien van wat woordjes nog niet praat) zat in het midden van de woonkamer in haar schommelstoeltje te wiegen en te lachen als een evil child, terwijl wij om beurten aan haar vroegen: “Where’s Demi’s shoes Evie? Where’s Demi’s shoes?” Uiteindelijk heb ik maar een ander paar uit de backpack gevist en ben ik zonder de schoenen vertrokken. Het is overigens verbazingwekkend wat een mens binnen 5 maanden verzameld. Ik ben nauwelijks wezen shoppen maar toen ik mijn backpack ging inpakken werd mij heel duidelijk dat ik geen backpacker meer was. Ik heb een aantal zware dingen die ik niet echt nodig had in het gezin achtergelaten en nog was mijn backpack toen ik op het vliegveld incheckte 17 kilo…

 

De trip naar de Whitsunday Islands was geweldig. Echt een aanrader voor iedereen die de Oostkust van Australië bezoekt. Zelden een zee zo blauw en een strand zo wit gezien. (Zie foto’s). Twee dagen en twee nachten heb ik op een zeilboot doorgebracht, wat een unieke ervaring was. Hoewel ik reisziekte-pilletjes mee had genomen heb ik ze niet nodig gehad. Het zeeziek zijn kwam bij mij pas nádat ik van de boot af was. Na ongeveer een half uurtje weer aan land te zijn wiegde opeens alles alsof ik nog altijd op de boot zat. Ik voelde me licht in mijn hoofd en niet helemaal lekker. Hier hadden meer mensen last van hoorde ik later.

 

Vóór en ná de zeiltocht verbleef ik in een stadje genaamd Airlie Beach. Ik heb de meeste tijd doorgebracht met 2 Nederlandse meisjes. Het waren twee schatten van meiden, maar opeens viel me een typisch Nederlands trekje op, wat overigens niet alle Nederlanders hebben, maar ik in andere nationaliteiten tot op heden nog nooit tegen ben gekomen. Dit is het vrij egoïstische trekje van ‘wat mijn is mijn en wat van jou is is van jou’. Zo zaten we de eerste avond op de boot met ons drieën te kletsen toen de Nederlandse meisjes een zak chips openden. Met grote verbazing zag ik, hoewel ik al zeker een uur bij hen zat te vertellen, mij geen chipje aangeboden werd.
Toen we terug waren in Airlie Beach ging ik de was doen. Ik vroeg de meiden of ze ook was hadden, dan waste ik deze mee. Ze hadden inderdaad wat was en wilden meebetalen in de kosten van de het gebruiken van de wasmachine maar dat vond ik niet nodig want ik ging het ding sowieso gebruiken of zij nu was hadden of niet. Nu zou je toch denken dat dit de muur een beetje zou afbreken. Maar nee hoor. Toen mijn laptop het ‘s avonds niet op internet kwam en de i-pad van een van de Nederlandse meisjes wel, en ik vroeg of ik even snel een mailtje vanaf haar computer zou mogen sturen, kreeg ik nee te horen en wel om de reden dat de batterij bijna leeg was. Nu heb je daar zo ver ik weet speciale dingen voor, die een batterij weer kunnen opladen, maar goed. Vervolgens zat madam nog 1,5 uur zelf achter haar computer zonder dat er problemen met de batterij waren…

 

Anyway, dit even terzijde. Het was zo heerlijk om twee dagen op een zeilboot te zitten! Ik ben nog nooit in mijn leven zo bruin geweest als na deze trip. Minder aan de tocht vond ik dat je je niet kon douchen (shampoo en douchegel beschadigen het rif), de slaapcabines heel krap zijn en dat het erg warm is in het slaapvertrek. Je kijkt dus toch wel een beetje uit om weer aan land te gaan, puur zodat je je even kunt douchen en verfrissen. De grootste teleurstelling was echter toen ik hoorde dat ik NIET kon duiken vanaf de boot die ik geboekt had. Mij was in de travelagency beloofd dat ik een boot geboekt had waar vanaf het mogelijk was te duiken. Hier was ik tijdens het boeken heel duidelijk over geweest. Toen we echter goed en wel in de zee waren en ik tussen neus en lippen vroeg wanneer we gingen duiken, kreeg ik te horen dat er geen duikmeester en geen zuurstofflessen aan boord waren. Ik was zó boos en teleurgesteld. Ondanks dat de trip heel bijzonder was en ook het snorkelen heel fijn was is er no way dat je snorkelen met duiken kunt vergelijken. Enkel en alleen om de reden dat ‘duiken op het Great Barrier Reef’ op mijn afvinklijstje stond, heb ik de zeiltocht geboekt en de hele reis naar de Whitsunday coast gemaakt. Ik ben nog altijd van plan om de bootmaatschappij voor volledige vergoeding van mijn onkosten te vragen, op basis van misleidende reclame. Ik heb later hun brochure er nog eens bijgepakt en overal staat in grote letters dat de boot je een geweldige duikervaring biedt en dat duikuitrusting inclusief is.

 

Sailing the Whitsunday Islands

 

Op de zeilboot

 

Whitehaven beach

 

Whitsunday Island

 

Visjes voeren

 

Zonsondergang

 

's Avonds chillen op de boot

 

Hoewel teleurgesteld dat ik niet had kunnen duiken, maar lekker uitgerust en relaxed, keerde ik terug naar Brisbane. En op 8 december begon ik aan het allergrootste avontuur van mijn hele reis. Ik ging samenwonen met Gustavo…

 

Het huis dat we betrokken staat in een plaatsje genaamd Miami Beach. We wonen op twee minuten loopafstand van de zee. Als je de straat uitloopt loop je zo het strand op. Vanaf het huis kunnen we de zee helaas niet zien maar wel horen. We delen het huis met twee Italianen en 1 Ier. De Ier is een echt feestnummer en is nauwelijks thuis. De twee Italianen zijn echter echte huismussen. Ze roken behoorlijke hoeveelheden weed en zijn veel thuis. Ik moet zeggen dat ik mijn hart wel een beetje vasthield toen ik hoorde dat we bij 3 jongens introkken omdat ik verwachtte dat het huis wel een smeerboel zou zijn. Maar dat viel heel erg mee gelukkig.
Uit dit huis vertrekken we echter binnenkort weer omdat we er onderverhuurd zitten. We slapen in de kamer van een Colombiaanse jongen die voor een vakantie terug is naar zijn thuisland. Komende week verhuizen we naar een ander huis, ook in Miami Beach en ook vlak bij de zee, waar we samen met twee Australiërs zullen wonen.

 

Miami Beach is een heel leuk stadje. De mensen zijn super vriendelijk, nog vriendelijker als in Brisbane. Iedereen lacht en knikt naar je en zegt je de goeiedag. Het is een typisch surfstadje, waar de mensen op blote voeten en met surfplank onder de arm rondwandelen, de meisjes in bikini over straat gaan en de jongens lange haren hebben.

 

En ja, ik kan nu met 100% zekerheid zeggen dat mijn twijfels en onzekerheden in de aanloop van het samenwonen enkel en alleen met angst te maken hadden. Vanaf het moment dat we samenwonen voelt het zó goed dat ik me nu niet meer kan voorstellen dat ik er in het begin zo aan getwijfeld heb. Ik dacht dat ik er wel moeite mee zou hebben om dag in dag uit dezelfde kop te zien. Daarbij heb ik het laatste jaar super veel vrijheid gehad, waarbij ik ging en stond waar ik maar wilde. Maar ik ben iedere dag zo gelukkig als ik naast hem wakker wordt. Gustavo zegt dat hij het leuk vind om te zien als ik wakker wordt. Schijnbaar kijk ik hem eerst met nog half dichtgeknepen ogen aan en vervolgens glimlach ik.

 

Het leven is erg simpel nu. Het lijkt wel alsof alle sterren opeens heel gunstig staan. Waar ik in Brisbane zoveel moeite had om werk te vinden, werden mij hier binnen 3 dagen twee baantjes in de schoot geworpen. 1 baantje is als serveerster in een Marokkaans/Turks/Libanees restaurant genaamd Mecca Bah. Daar heb ik het heel erg naar mijn zin. Het is een ontzettend populair restaurant. We doen iedere avond, of het nu weekend is of doordeweeks, tussen de 200 en 300 man. Je moet echt flink aanpoten, goed onder druk kunnen werken en niet stressen. En dat is me op de een of andere manier op het lijf geschreven. Ik vind het heerlijk.
Mijn tweede baantje is in een resort in Surfer’s Paradise waar ik als ontbijthulp werk. Dit baantje staat mij een stuk minder op het lijf geschreven aangezien ik a) geen ochtendmens ben b) het werk ontzettend saai is en c) mijn bazin niet 100% tikt. Maar ze betalen me er waanzinnig goed. Ik weet dat je niet mag opscheppen over geld, maar dit moet ik toch echt even met jullie delen. Als ontbijthulp in dit resort verdien je van maandag t/m vrijdag 21 dollar per uur (17 euro). Op zaterdag is dit 25 dollar (20 euro) en op zondag een whopping 29 dollar (23 euro). Mocht je al van je stoel zijn gevallen dan hou je vast voor het bedrag wat ze je met de feestdagen betalen: 46 dollar per uur! Dat is 37 euro. Echt niet normaal. En het lijkt wel alsof dat resort geld te veel heeft, want tweede kerstdag werd door hen uitgekozen als dé dag om mij in te werken.

 

Aangezien ik nu een ontbijtbaantje én een avondbaantje heb werk ik veel splitdiensten wat wel eens vermoeiend kan zijn. Laatst had ik 9 splitdiensten achter elkaar wat echt te veel was. Ik had het gevoel dat ik alleen maar werkte, sliep, werkte en middagdutjes deed. Deze week is gelukkig een stuk rustiger en heb ik ook weer tijd voor leuke dingen. Gustavo en ik hebben laatst bodyboards gekocht om mee in de zee te gaan. En vorige week zijn we eindelijk naar Springbrook National Park gegaan (wat dus al van voor we gingen daten op de planning stond).

 

Springbrook NP

 

Mijn kerst en nieuwjaar waren overigens heel fijn geweest. Op kerstavond ben ik met Gustavo naar mijn tante geweest. We zijn overdag naar de Australia Zoo gegaan. Dit is de Zoo die is opgezet door de familie van Steve Irwin. Het ‘s avonds hebben we cadeautjes uitgepakt en hebben we samen met mijn tante, neef en de buurman een spel gedaan wat lijkt op Party & Co. Gustavo en ik zaten samen in een team en ik dacht dat zal wel niks worden twee buitenlanders tegen twee Australiërs. Maar we hebben dubbel en dwars gewonnen. Dat was vooral te danken aan het feit dat Gustavo heel goed kan tekenen (in Chile maakte hij graffiti tekeningen). Eenmaal hebben we de rollen omgedraaid en heb ik getekend. Ik moest ‘Aladdin’ tekenen. Ik heb eerst de olie lamp getekend, die inderdaad als zijnde werd geïndentificeerd. Echter de link naar de Disneyfilm werd nog niet door hem gelegd. Dus toen heb ik een poppetje getekend met een tulband op zijn hoofd, echter tijdens het tekenen realiseerde ik me dat het meer leek op een mannetje met een groot verband om z’n kop. Gustavo keek ook heel vertwijfeld waardoor ik maar als een gek op de lamp ben gaan wijzen. Hij heeft het uiteindelijk toch geraden, maar keek mij wel daarna hoofdschuddend aan; “This is Aladdin??”

 

Australia Zoo; Crocs!!!

 

Roo

 

Eerste kerstdag zijn we naar mijn nannygezin gegaan en dat was ook echt heel erg leuk! Ik had voor alle gezinsleden cadeautjes gekocht die in goede aarde vielen. Evie kwam als eerste haar cadeautje halen en nadat ze het papier van haar cadeau gerukt had wees ze op de tas en vroeg ze “more?”. Dus heb ik haar maar mijn helper gemaakt en heeft ze braaf de cadeautjes uitgedeeld aan de rest van de familie. Naast de ouders en de kinderen waren allebei de oma’s daar en de zus van Scott: Annee. De sfeer was zo gezellig en ongedwongen. Vanessa had een slushy machine gekocht waarmee ze non-stop frozen cocktails voor iedereen maakte. Een van de oma’s werd behoorlijk tipsy en hebben we heel erg mee moeten lachen. Gustavo werd aan het werk gezet in de keuken (hij is kok) en Vanessa grapte tegen mij: “Good job bringing a chef to lunch! He is in there sharpening the knifes and I don’t know what not.”

 

Als voorgerecht aten we grote garnalen die we moesten pellen en oesters. In Australië is het nu namelijk zomer dus een kerstmenu ziet er heel anders uit als bij ons! Na het voorgerecht zat iedereen al flink vol en zijn de ouders en de kinderen het zwembad ingedoken. De hond (een 11 jaar oude Rottweiler die dol is op water) ging ook mee. Nu is Gustavo helemaal gek van honden. In Chile heeft hij 3 honden van de straat gered in Santiago (hoofdstad). Deze honden wonen nu bij zijn tante in de bergen. Als er ergens een hond in de buurt is dan zal híj hem zien en dan zal hij míj erop wijzen. Geen enkele hond blijft onbenoemd bij hem. Vanuit een rijdende trein of bus, hij weet ze te vinden. Ik begin zelf nu ook een beetje een rader te ontwikkelen voor het spotten van honden en heel soms zie ik ze ietsje eerder dan hem. Dan zeg ik niks en wacht ik tot Gustavo met een big smile en pretoogjes me aanstoot en zegt “Look at this dog”. Op strand is zijn favoriete tijdverdrijf om naar de honden te kijken die over het strand rennen en in de zee spelen. Dan verzinnen we hele verhalen over wat de hond mogelijk denkt.
Maar goed toen Gustavo de hond het zwembad in zag gaan wilde hij dus ook, dus hij is mee gaan zwemmen terwijl ik met de oma’s de tafel afruimde. Nadat het eten genoeg gezakt was kregen we als tweede gang diverse salades en koud vlees. Als toetje hadden we plumpudding, een typisch kerstdessert wat zijn roots heeft in Engeland.

 

Uiteindelijk zijn we, veel later als gepland, maar helemaal blij en voldaan en met een door Vanessa samengestelde tas vol met restjes eten terug naar de Goldcoast vertrokken.

 

Gustavo en ik

 

Gustavo, ik en Annee

 

De volgende feestdag, Oudejaarsavond, heb ik moeten werken in Mecca Bah. Ik was om kwart voor twaalf klaar en Gustavo is me na mijn shift komen ophalen. We zijn teruggereden naar Miami Beach en vervolgens zijn we met een sixpack bier naar het strand gelopen. Het enige wat we hebben gedaan is op het strand gezeten, gepraat en bier gedronken. Niet mega spectaculair maar zo goed!

 

Hoewel ik veel en veels te laat ben wil ik via deze weg iedereen toch nog het allerbeste wensen voor 2013!
Bij deze mijn vooruitblik op de toekomst: in 2013 kom ik terug naar huis en ik kan jullie niet vertellen hoeveel zin ik daarin heb! Ik kan niet wachten om iedereen weer te zien en samen leuke dingen te gaan doen. Mijn ouders heb ik gevraagd het gourmetstel en het kaartspel klaar te zetten voor de dag dat ik terug kom. Verder wil ik UITERAARD naar Pinkpop 2013. Ik heb al gekeken naar de eerste bands die bekend zijn gemaakt, maar eigenlijk is dat maar bijzaak. Ik ga no matter what!

 

Hoewel ik heel erg er naar uit kijk om terug naar huis te gaan, is het gevoel ook wel erg dubbel. Dit omdat terug naar huis gaan ook inhoudt dat ik wegga van Gustavo. Een paar weken geleden echter hebben we een goed gesprek gehad over hoe verder na 27 april (de dag dat ik naar huis vlieg). We zijn het er in ieder geval over eens dat het dan niet afgelopen zal zijn. Ik gooide wat mogelijkheden op en vroeg hem wat hij wilde. Hierop zei hij, met zijn typische stuurse uitdrukking op zijn gezicht, dat hij wil gaan waar ik ga. Later die dag vroeg hij me of het erg koud was in Nederland (hij houdt van lekker warm weer). Ik moest lachen en zei dat het bij ons inderdaad wel flink koud kan worden. En veel regent. Toen ik vroeg of hij echt naar Nederland zou willen verhuizen, zei hij dat zolang hij bij mij is en hij kan doen wat hij doet (werken als kok) het hem niet uitmaakt waar hij woont. Lief he!

 

Maar goed voordat ik al mensen blij ga maken, er is absoluut nog niks besloten en de nabije toekomst zal sowieso waarschijnlijk nog een tijdje in Australië liggen. Wat we nu hebben afgesproken is dat ik eind april naar Nederland ga en ik na een tijdje (hij zei “6 weken!” ik zeg “2 maanden”) weer terug vlieg naar Australië. Dit ook gezien hij een studentenvisum heeft en nog tot eind oktober naar school moet.

 

Het duurt dus nog een maand of drie, maar markeer 28 april maar in jullie agenda’s want dat is de dag dat ik voet zet op Nederlandse bodem. Dan kunnen we in de aanloop naar deze datum alvast beginnen met leuke dingetjes plannen, want niet alleen wil ik iedereen zien, ik wil ook heel veel gezellige dingen met jullie gaan ondernemen als ik thuis kom!

792 responses so far

Sep 05 2012

The Nanny Diaries

Published by under Geen categorie

Lieve allemaal, bij deze het vervolg op mijn vorige blog. In het vorige verhaal had ik jullie achtergelaten op het moment dat ik net op het punt stond mij in het nanny avontuur te storten.

 

Hoewel ik de gezinsleden in mijn vorige blog al heb benoemd, zal ik ze hier nogmaals aan jullie voorstellen. Het gezin bestaat uit het echtpaar Scott en Vanessa. Ze hebben drie kinderen. De oudste dochter heet Lani en is 8 jaar oud. Vervolgens is er Charlie van 3 jaar oud en tot slot Evie (Evelyn) die volgende week 2 wordt.

 

Lani is een begaafd meisje en een grote dierenvriend. Met Lani heb ik grote problemen gehad in de eerste paar weken. Bijna tot het punt dat ik er de brui aan gegeven had. Ze luisterde niet, ging continu de discussie aan, toonde geen respect en stelde zich erg arrogant op. Na een zondag waarin ik alleen was met de kinderen en me gruwelijk aan haar heb geïrriteerd heb ik de ouders aangesproken en gezegd dat ik het meisje die avond, in het bijzijn van de ouders, op haar gedrag naar mij wilde aanspreken. Ik heb heel duidelijk laten weten dat dit moest veranderen, want zo zou ik niet verder gaan. Dat was echt geen bluf om de ouders onder druk te zetten. Ik had genoeg andere plaatsen waar ik terecht kon en had absoluut geen zin op deze manier verder te gaan. Door haar houding kon ik bijna niet meer leuk tegen het meisje doen en op zo’n manier ga ik geen nanny zijn. De ouders erkenden het probleem echter (alle voorgaande nanny’s hadden problemen met dit meisje), ze stonden volledig achter me en hebben me goed gesteund.
Na een onwennige week waarbij zowel het meisje als ik omzichtig met elkaar omgingen, gaat het nu heel goed. Ze toont het respect dat ik wil zien en mocht ze het een keer vergeten dan wijs ik haar op haar manieren. Dit gaat niet altijd van harte, maar de grote mond is echt grotendeels verdwenen.
Nu ze haar arrogante houding heeft laten varen kan ik haar weer zien als het 8-jarige meisje dat ze is. Ze is erg vroegwijs en spreekt zowel de kinderen als volwassenen om haar heen graag op belerende toon toe. Af en toe kan ze dingen nog echter heerlijk verkeerd begrijpen. Ze kan ook erg lief zijn voor haar broertje en zusje, is graag actief bezig en -hoewel ze soms om lastig te zijn de hakken in het zand duwt- ze helpt in principe graag mee in en om het huishouden.

 

Lani de grote dierenvriend

 

Charlie is een typische peuter met een tomeloze energie, een grote fantasie en af en toe een driftbui. Zijn favoriete woordje is “whyyyyyyyy?”
Charlie vraagt altijd of ik met hem wil spelen. Meestal gaan we draken verslaan, een dierentuin runnen of kittens en baby-cheeta’s uit bomen redden. Soms roept hij opeens dat het regent en dat we moeten gaan schuilen. Dan gaan we onder het afdakje zitten waar bakstenen staan opgestapeld. Charlie komt dan op mijn schoot zitten en kan zo gerust vijf minuten niks zitten doen, afgezien van het af en toe op denkbeeldige regenbogen te wijzen.
Ook leuk om te doen vind hij cakes bakken (ik bak nu gemiddeld 2 cakes per week en transformeer langzaam in een ware bakprinses), waarbij hij vooral geïnteresseerd is in het proeven van het deeg en het schoonlikken van de mixer en de mengkom.
Als ik het ‘s middags zijn boterhammen maak, krijg ik geregeld verzoeken om een boot te maken, een giraffe of een brandweerauto. Gelukkig heeft Charlie een levendige verbeeldingskracht en is hij altijd blij met de creaties die ik hem voorzet. Één keer heb ik gezegd dat ik niet aan zijn verzoek kon voldoen en dat was toen hij me vroeg een draak voor hem te maken. Toen ik zei dat ik dat niet kon gooide hij zijn handen in de lucht en riep hij “But try Demi! Try!”

 

Samen in het park een huis gemaakt voor Charlie's truck

 

"Look at the camera or no ice-cream" ziehier het resultaat van mijn chantage poging... Met Charlie in het reuzenrad

 

Het reuzenrad van Brisbane a.k.a.: The eye of Brisbane

 

Evie praat nog niet meer dan enkele woordjes, zoals ‘cake’ ‘key’ ‘mah’ (=mum) ‘bay’ (=baby) ‘phoh’ (=phone) ‘me’ ‘cup’ en ‘no’. Evie houdt van schoenen, telefoons, sleutels, zonnebrillen, gebak, baby’s en honden. Ze zit nu in de fase waarin ze met zindelijkheid bezig is. Dit betekend dat ze geregeld haar broek en luier uittrekt en halfnaakt door het huis rent. Één keer (toen ik in een aanvaring met Charlie verwikkeld zat, die pertinent weigerde zijn speelgoed op te ruimen, en dus niet tijdig had kunnen reageren) heeft ze onder de tafel geplast. Andere keren komt ze je halen en wil ze dat je haar op de wc zet. Waar ze overigens alleen maar zit te zitten en vervolgens haar handen gaat wassen.
Als Evie enthousiast is wil ze nog wel eens bijten. Vorige week stond ik de afwas te doen toen ik opeens een brandend gevoel in mijn bil voelde. Ik schreeuwde het uit van de pijn en dacht een insect me aan het steken was, tot ik twee armpjes om mijn middel voelde. Ik draaide om en keek recht in het enigzins beteuterde gezicht van Evie.
Toen ik pas in het gezin begon vond ik het nogal onwennig om met zo een jong kind bezig te zijn. Ik ben nooit zo van het ‘koetsjie koetsjie’ geweest en was me behoorlijk bewust van mezelf als ik een hoog stemmetje opzette of me anderzijds op ‘babyniveau’ begaf. Het kwam niet meteen natuurlijk. Maar uiteraard, zoals met alle dingen, binnen een paar dagen was dat van me af.
Ik moet vaak erg met Evie lachen. Een keer kwam ik met haar op de arm haar slaapkamer in om haar luier te verschonen en zagen we prominent midden op de verschoningstafel een leeg kopje koffie staan die iemand daar achter had gelaten. Evie reageerde hier heel vrolijk op door met haar hoge stemmetje “cup!” uit te roepen.

 

Little miss Evie

 

Zeer tevreden met een van mijn schoenen aan en mijn telefoon aan d'r oor

 

Miss Evie en miss Demi (mijn moneybelt heeft ze zichzelf als ketting omgedaan)

 

Scott is geoloog en moet voor zijn werk geregeld op reis. Soms voor korte tijd binnen Australië, soms voor een paar weken naar Amerika.
Scott heeft een apart gevoel voor humor. Een van zijn bijnamen voor Lani is ‘terrorchild’ en de kleintjes noemt ‘ie ‘horrorheads’. De manier waarop hij het voor zich uit grommelt is echter eerder lachwekkend dan beangstigend. Het heeft wel iets weg van een brommende beer. Als hij terug komt van zijn werk is de standaardvraag “How have the horrorheads been?” Dat klinkt misschien niet zo gezellig maar hij is echt heel goed met de kinderen. Charlie noemt ‘ie ookwel ‘matey’ en Lani en Evie worden ‘princess’ genoemd.

 

Vanessa heeft haar eigen bedrijf. Ze heeft een retro-caravan waarin ze koffie zet. Hiermee gaat ze marktjes en kleine festivals af om koffie te verkopen. Daarnaast werkt ze 1 a 2 keer per week in een koffieketen genaamd “the Coffeeclub”. Ze is geregeld thuis omdat ze vanuit thuis haar zaken rondom de koffie-caravan regelt. Ze schrijft tevens af en toe een column over koffie voor een tijdschrift en ze schrijft recensies over koffieartikelen voor een website.
Vanessa is een rasechte chaoot. Het huis is vaak een rommeltje. Af en toe doet ze wel eens pogingen om de orde terug te brengen. Dan gaat ze er ook écht voor. Dan wordt er speelgoed weggegooid (de kids hebben genoeg speelgoed om een weeshuis mee gelukkig te maken), kleding uitgezocht en gelabeld. Vanessa is van het labelen. Overal in huis tref je labels aan, zelfs de planken in de keukenkast heeft ze gelabeld: “koffiemokken”, “grote borden”, “kleine bordjes” etc. -zoals je wel eens in woongroepen ziet. Meestal laat ze echter de boel de boel. Iedere maandag vind ik me een rotzooi daar word ik niet goed van. Maar goed, tis je werk he en eigenlijk heb ik het binnen een uurtje of twee opgeruimd. Daarbij heb ik al binnen mijn eerste week geleerd niet te perfectionistisch te zijn. Het speelgoed gooi ik in de dozen. Ik raas met de stofzuiger door het huis. Alle rondslingerende overige rommel die me irriteert leg ik ergens zodat het me niet meer irriteert (d.w.z. in een kast, of in de studeerkamer waar ik toch nooit zit). De wasmachine wast, afwasmachine wast af en droger droogt. Klaar is Kees.
Soms moet ik wel lachen met Vanessa’s verstrooidheid. Een keer zag ik Evie door het huis rennen met een onderhemdje óver haar truitje heen. Toen ik Vanessa vroeg of ze dat had gedaan om haar kleren te beschermen (we gingen zo aan tafel), gaf ze blozend toe dat ze het onderhemdje was vergeten en het daarom maar over het truitje had gedaan.

 

Barista Vanessa in haar koffie caravan

 

De koffie caravan: Dolly Vardens

 

Helpen bij een event

 

Vanessa en ik

 

Ik ben nu twee maanden bij het gezin en ik heb mijn plek nu gevonden. De eerste weken waren echter heel lastig. De kinderen werden naar mijn gevoel veel te vrij gehouden. Ik ergerde me dagelijks aan het feit dat Evie tijdens het eten gewoon door het huis rondrende en niet in een kinderstoel werd gezet. Ook vond ik dat Vanessa de kinderen veel te veel hun zin geeft. Bijvoorbeeld de kinderen ijs geven vlak voordat we aan tafel gaan om te eten; daar vielen me de schoenen van uit. Ik worstelde daarbij met mijn positie. Moet je de ouders hier nu op aan spreken of niet? Ik dacht wel als een Jo Frost het huis te betreden, maar mijn functie is toch wezenlijk anders dan die van haar. Ik was aangenomen met de bedoeling te helpen in de dagelijkse gang van zaken (luiers verschonen, kinderen eten geven, huishouden aan de kant brengen, etc.) niet om opvoedingsadvies uit te delen.
Ook zijn de eerste keren dat je de kinderen disciplineert in het bijzijn van de ouders super ongemakkelijk. Het zijn toch hun kinderen. Ik merkte dat de kinderen dat ook voelden wanneer ik hen bijvoorbeeld een time-out gaf. De op je knieën en op ooghoogte vertellen waarom je het kind op time-out gezet hebt techniek, werkt toch niet zo goed als je de overtuiging niet in je stem kunt leggen.
Het lastige van de positie is dat je woont waar je werkt. Dat maakt je mogelijk kwetsbaar en de grenzen van “werk” en normale dingen die je in een huishouden doet zijn niet even duidelijk. Je kent elkaar nauwelijks en bij alle ‘kleine’ dingen die zich voordoen denk je meteen: “als dat hier zo de hele tijd zo door gaat…” Bijvoorbeeld toen mij werd gevraagd om op mijn vrije dag, midden op de dag, twee uurtjes op de kinderen te letten. Het zijn misschien maar twee uurtjes, maar dat noem ik geen vrije dag meer. Of de keer dat ik Lani als straf had gegeven dat ze een uur eerder naar bed moest. Vanessa wist hier van af en steunde me hierin, echter na een kwartier zat Lani weer onder warme chocomel te drinken en haar favoriete tv-programma te kijken. Hoewel het me moeite heeft gekost heb ik beide zaken met Vanessa besproken. Over hetgeen wat gebeurd was met Lani heb ik gezegd dat ik zo blij was geweest met haar steun en daarna echt teleurgesteld toen Lani toch weer onder zat. Vanessa gaf meteen toe dat ze standvastiger moest worden naar haar dochter (ook wanneer deze beweerde dat ze nog honger had). Daarnaast compenseerde ze mijn twee uur die ik op mijn vrije dag had gewerkt met een extra vrije dag. Dit en het feit dat we sindsdien vaker zaken even nalopen heeft absoluut voor een positieve verandering gezorgd.

 

De eerste twee weken in het nanny gezin zijn misschien wel mijn meest uitdagende weken geweest in mijn reis tot nu toe. Jij moet aan het gezin wennen, de gezinsleden moeten aan jou wennen. De kinderen testen je uit en deze kinderen zijn bovendien geen allemansvriendjes wat maakt dat je in het begin ook nog een hoop afwijzing voor je kiezen krijgt. Probeer je het kind op te pakken, laat het zich in elkaar zakken en zet het het op een brullen. Wil je de driejarige troosten omdat ‘ie ziek is, krijg je te horen “no!! not you!” vergezeld door een beschuldigende blik.

 

Als ik echter zie waar ik nu sta ben ik wel trots dat ik heb volgehouden. Je weet op het moment zelf wel dat het waarschijnlijk wel beter gaat worden, maar toch voelt het niet zo. Ik hou mezelf in zulke situaties altijd voor dat als het over 3 weken nog zo is ik weg zal gaan, maar dat ik het in ieder geval die paar weken ga geven. Na die drie weken zie je dat het toch langzaam maar zeker beter gaat en dat geeft je de hoop dat die stijgende lijn door zal blijven gaan.
Nu voel ik gewoon dat er een evenwicht is in de situatie. Ik voel me op mijn gemak, heb geen moeite meer om streng te zijn waar de ouders bij zijn of straf uit te delen. Daarbij zijn de kinderen rustiger, luisteren ze beter en laten ze zich door me troosten en corrigeren. Ik zie zelfs dat de ouders rustiger zijn. De moeder, die altijd met 300 dingen tegelijk bezig is, is kalmer geworden wat een positief effect heeft. Vooral ook tijdens de eetsituatie. Ook is ze strenger geworden met wat de kinderen voor het eten mogen snoepen.

 

Ik denk nu wel eens terug aan de eerste maand en realiseer me dat het voor zowel de kinderen alsook de ouders een stressvolle situatie moet zijn als er een nieuw gezinslid in je familie komt en dat het gezin om die reden in het begin soms een “op het randje van probleemgezin” voor mij leek. Nu we twee maanden verder zijn kan ik alleen nog maar zeggen dat het een vrij normaal gezin is. Levendig, gezellig en liefdevol. Een gezin bovendien met vergelijkbare normen en waarden die enkel op bepaalde punten in de opvoeding (en dat zijn nog niet eens zo’n halszaken) van mening van mij verschilt.

 

Ik werk in het gezin van maandag tot en met donderdag en zaterdag. Vrijdag en zondag zijn mijn vrije dagen. Op donderdagavond ga ik óf salsa dansen in de Valley met Katie (en andere meiden), of ik ga naar West End naar Jayde, Laurel en Richard. Daar blijf ik dan eten, film kijken en slapen. Mijn vrienden in West End zijn echt goud waard. Vooral in de eerste maand dat ik het zo lastig had in het gezin, was alleen al de gedachte dat ik hen had genoeg om me sterker te voelen. Ik weet dat ik altijd, op iedere dag van de week en op ieder tijdstip, bij hen terecht kan. Ze hebben zelfs een sleutel laten bijmaken en aan me gegeven. “You can come home any time you like.” Zelden zo een gastvriendelijke mensen tegengekomen!

 

Misosoep voor salsa-avond

 

Op vrijdag werk ik de hele dag in de German Sausage Hut (waar ik zo straks een uitgebreide beschrijving van zal geven). Vrijdagavond ga ik na het werk altijd met mijn Sausage Hut collega’s iets drinken bij Brew: een alternatieve kelderbar / loungeruimte in de city. Afhangend van het feit of ik daar tequillashots heb gehad of niet, gaan we door naar de Valley (met tequilla) of ga ik terug naar huis omdat ik de dag erna fit wil zijn voor het werk (zonder tequilla).

 

Zondag is mijn favoriete dag van de week want dat is de enige dag van de week dat ik niks hoef! Het hangt er een beetje van af wat ik op zondag doe. Iks spreek sowieso altijd met vrienden af. Biosje, uiteten, naar de gratis sundaynight: comedynight in New Farm, shoppen. Vrij standaard dingen eigenlijk, maar wel relaxed. Een keer heb ik een foodsafari door Brisbane gedaan. Beginnen met churros in Southbank als -soort van- lunch, vervolgens naar de Valley voor dumplings (tussendoortje) en Vietnamees als avondeten. Als afsluiter een toetje eten in Milton.
Afgelopen zondag ben ik naar een parade geweest in West End, die jaarlijks wordt gehouden om de buurtsfeer in ere te houden. Onze carnavalsoptochten zijn grootser, maar we hadden ons eigen voertuig gemaakt en de sfeer was super gezellig. Het ‘s avonds ben ik met Sam (de Duitser die zo graag slangen wilde doden uit mijn vorige verslag) voor ‘steak en bier avond’ naar de Fox gegaan. In de Fox krijg je iedere zondagavond een gratis steak bij ieder drankje (ja niet te geloven maar het trekt mensen aan dat wil je niet weten). Sam is de afgelopen drie maanden volgens plan in de outback geweest. Hij is een paar weken in Brisbane om even bij te komen voor hij zich weer in een nieuw outback avontuur stort. Acht kilo lichter, donkerbruin, met baard en neuspiercing (die hij zich de vorige dag in een dronken bui had laten zetten) kende ik hem bijna niet meer terug.

 

Meelopen in de parade in lovely West End

 

Steak en bier at the Fox

 

De dagen dat ik in het gezin werk zien er meestal als volgt uit: ik begin om 8.00 uur. Ik maak een lunchpakketje klaar voor Lani, spoor haar aan haar tanden te poetsen etc. en breng haar rond twintig over acht naar school. Als ik terug ben check ik of de kleintjes al ontbeten hebben, zo niet, dan maak ik dat in orde. Evie loopt meestal nog in haar pyama dus die ga ik aankleden en haar haren kammen.
Ik breng de dag door met stofzuigen, was inzetten, ophangen en opvouwen, speelgoed opruimen, keuken aan de kant brengen, met de kinderen spelen en (zoals gezegd) bakken. Rond 10 uur krijgen de kids een tussendoortje (fruit of yoghurt) en Evie leg ik tussen 10.00 en 11.00 in bed voor haar middagdutje. Charlie eet lunch zo rond 12 uur en Evie zodra ze wakker wordt. Vanessa is meestal tegen 15.00 uur terug van haar werk. Als Vanessa niet in de koffieketen werkt, werkt ze thuis achter haar computer voor haar eigen bedrijf. Dan krijg ik meestal 2 uurtjes vrij in de middag waarin ik eigen dingen kan doen. Om tien over drie ga ik of Vanessa Lani afhalen van school. Vanessa kookt meestal het avondeten. Tussen 17.00 en 18.00 probeer ik de kleintjes in bad te doen omdat we rond zessen meestal eten. Om 18.30 ben ik klaar. Easy peasy. Ergens op de dag kijk ik nog naar het Nederlandse journaal. De familie heeft zo’n tv met heel veel zenders inclusief een aantal nieuwszenders die de hele dag niets anders doen dan het nieuws uitzenden van ieder land. Ze hebben ingesteld dat iedere dag automatisch het Nederlandse nieuws wordt ingesteld. Ik kijk nu zelfs meer nieuws dan thuis haha.

 

Mijn zaterdag werkdag ziet er anders uit. Dan begin ik pas om negen uur en ben ik tussen 15.00 en 16.00 meestal al klaar. Als ik klaar ben in het gezin kan ik me meteen gaan omkleden voor mijn andere werk want zaterdagavond werk ik nog altijd bij Del ‘Ugo.
Het gezin woont in een groot huis met een gigantische tuin met een zwembad, klimrek, trampoline, zandbak en kippenren. De kinderen kunnen zich dan ook goed bezig houden in en om het huis.
Charlie vind het leuk om kippen te vangen. Gemiddeld 1 keer per dag trekt hij erop uit om achter de kippen aan te rennen. Hij is er best goed in om ze te vangen. Ik hou een oogje in het zeil of hij ze geen pijn doet en moedig stilletjes de kippen aan dat hij hen niet te pakken krijgt, want vind het toch wel een beetje zielig. Maar op zich weet hij goed hoe hij de kippen moet beetpakken zonder ze pijn te doen. En bovendien bedenk ik me iedere keer dat deze kippen misschien een keer per dag een half uurtje door een driejarig jongetje worden opgejaagd, maar het nog altijd 100 keer beter hebben dan hun arme soortgenoten in de legbatterijen.

 

En dan nu… De German Sausage Hut! Ik heb erg moeten lachen om wat iedereen zich er bij voorstelde wat het mogelijk zou kunnen inhouden om daar te werken. En ja… het is wel een beetje fout ja. Maar niet zo fout als sommigen onder jullie zich voorstelden haha.
De German Sausage Hut (vanaf nu in dit verhaal aangeduid als GSH) staat van oudsher op festivals en markten, maar heeft sinds een jaar of twee ook een vast restaurantje in het Central Bussiness District. Ik werk er alleen op vrijdag de hele dag, van ongeveer half twaalf tot 21.30 uur.
Normaal gezien is het restaurant enkel overdag geopend, maar op vrijdag zijn we tot 21.00 uur ‘s avonds open. De bloemist tegenover ons sluit om 17.00 uur en dan mogen we op zijn grond lange banken en tafels neerzetten (a la Oktoberfest). De Duitse meisjes die er werken trekken zich dan hun tirolerjurkjes aan en er komt een accordeonspeler spelen. De rest van de dag geniet ik van de muziekinstallatie, met kaskrakers als Anton aus Tirol, Du hast mich 1000 mal belogen en Rosamunde. Ik voel me dus iedere vrijdag een beetje in carnavalssferen.

 

Ik ben aangenomen als coördinator van de reserveringen. Op vrijdag is het ‘pork hock’ dag. Deze worden alleen op vrijdag verkocht en zijn zo razend populair dat ze gereserveerd moeten worden. Voor de mensen die gereserveerd hebben zet ik een tafel klaar en wanneer ze aankomen is het mijn taak ze naar de tafel te begeleiden. Ik vind het erg leuk om te doen. Ik voel me echt een beetje gastvrouw. Beetje met de mensen kletsen enzo.

 

Het restaurant is heel informeel. Ze hebben het marktkraamconcept erin gehouden wat betekend dat wij in het midden van het restaurant staan met de kassa en alle etenswaar. Prep wordt gedaan in de keuken. We doen geen tafelbediening maar de mensen komen bij ons hun bestelling doen, betalen en nemen het eten gelijk mee. Achter ons staat de barbecue waarop de worsten gegrild worden. Binnen handbereik staat een koelingdisplay met Duits bier en een stoomdisplay waar de goulash in staat, de apfelstrüdel en de currywürst. We hebben een au-bain-marie-houder met glühwein, warme pruimenlikeur en gemixte warme chocomel met rum. In ingebouwde shaving dishes zit de aardappelpuree, zuurkool en rode kool. We hebben de lekkerste aardappelsalade, pastasalade en koolsla!

 

Zoals gezegd trekken de Duitse meisjes op vrijdagavond hun dirndls aan. Ik heb er geen dus ik draag een zwart bloesje (beetje in Duitse stijl) en een rode skinny jeans. De kleuren van de GSH zijn namelijk rood en zwart, dus zo is het wel duidelijk dat ik er werk. Overdag dragen we allemaal een zwart met rode polo met het GSH logo.

 

Het leukste van het werk bij de GSH zijn de collega’s. Ik heb een hele leuke bazin die haar levensverhaal moet opschrijven en laten verfilmen. Van oorsprong Duitse, op haar 21ste in Australië aangekomen en niet meer vertrokken, zo ongeveer in het hele continent gewoond en ondertussen ieder werk gedaan wat je je maar kunt voorstellen. Twee leuke collega’s zijn helaas alweer vertrokken (wegens heimwee terug naar huis). Mijn favo collega is echter Kristina. Zij is een Ozzie girl. Ik spreek vaak buiten het werk met haar af. Ook met haar zussen kan ik het goed vinden, dus dat is erg leuk.

 

Kristina en ik in de Harajuku "beer & dumpling" bar

 

Ik vind het erg opvallend dat ik in Australië zoveel ‘locals’ als vrienden heb. Toen ik op mijn zestiende in de V.S. woonde waren al mijn echte vrienden namelijk andere exchange students. De Amerikanen zijn heel vriendelijk, maar om echt bevriend met ze te worden ervaarde ik toen der tijd als best lastig. Ik dacht dat het in Australië hetzelfde zou zijn en trok automatisch sneller naar andere buitenlanders toe, omdat ik dacht die meer op zoek zouden zijn naar vrienden dan de Ozzies. Die hebben hun gesettelde leventje al dacht ik. Maar tot nog toe blijkt die veronderstelling niet zo te kloppen. Ik krijg nu de indruk dat meeste Australiërs altijd wel ergens ruimte hebben voor een nieuwe vriend en je zonder moeite op in hun vriendenkring opnemen.

 

Dit brengt mij tot het slot van dit verhaal. Na mijn klaagzang van vorige keer, wil ik in dit blog even de tijd nemen om de goeie punten van Australië te benadrukken. Want die zijn er genoeg. Ik zag ze alleen niet omdat ik gewoon even last had van het opgeven van mijn totale vrijheid blijheid backpacker leventje.
Wat mij echt opvalt is hoe open en vriendelijk de mensen hier zijn. Als je over straat loopt valt meteen op dat iedereen je aan kijkt. Hier heeft vrijwel iedereen een “Hi! I would like to get to know you” blik op hun gezicht. Je gaat natuurlijk niet met iedereen lopen socializen, maar het geeft wel een prettig gevoel. Je voelt je gezien als je over straat loopt.
Verder zijn de mensen ontzettend relaxed. Toen ik pas de weg op ging, in de mega vaartuigen die het nannygezin auto’s noemt, met twee kinderen op de achterbank en in een land waar men links rijd, deed ik er soms vijf keer zo lang over een kruispunt over te steken dan de gemiddelde Australiër. Echter nog nooit iemand die naar me getuterd heeft. Alle Ozzies achter me lieten me rustig m’n gangetje gaan.
Wat ik erg leuk vind is dat Australiërs hun buschauffeur bedanken als ze de bus uit gaan. Stuk voor stuk roepen ze “Thanks mate” en “Cheers”.
Heel goed vind ik dat Australië best wat opties heeft voor mensen die minder te besteden hebben (of voor vrekkige backpackers zoals ik). Zo zijn de musea gratis! En in Southbank ligt gewoon een waterpark voor kinderen waar je helemaal voor niks gebruik van mag maken.

 

En ja uiteraard, ik sluit me aan bij Monique en Tanja, een van de grote voordelen van het leven down under zijn de Timtam koekjes. Deze eet je als volgt: je bijt aan de onderkant en aan de bovenkant een hoekje van het langwerpige koekje af (aan tegenovergestelde zijden!) en zuigt vervolgens, als ware het een rietje, warme thee door het koekje. De chocolade en wat er nog meer in het koekje zit (je hebt allerlei verschillende soorten) smelt dan en dat geeft een effect wat bekend staat als de “Timtam-slam”.
Ik heb al een Timtam verslaving achter de rug én overwonnen. Ik heb een week of twee gehad dat ik ze iedere dag moest kopen. Terwijl ik weer eens peinzend voor het koekjesschap stond bedacht ik me dat wanneer ik straks 6 kilo meer zou wegen dan voorheen, dit het moment zou zijn dat ik de schuld zou mogen geven.
Nu eet ik ze nog sporadisch. Alhoewel ik eerlijk moet bekennen dat ik een doosje op de kamer heb liggen (de dubbele chocolade en caramel variant) maar de doos is nog halfvol en ze liggen er al bijna een week.

 

Wat ik qua typisch Oz eten ook benoemswaardig vind om hier nog even te vermelden is dat ik de afgelopen weken heb geleerd om Vegemite te eten. Inderdaad, dat zoute spul dat Australiërs graag op de boterham smeren en waar niet-Australiërs van over hun nek gaan. (Het is de Australische equivalent van drop: Nederlanders doen er een moord voor, terwijl niet-Nederlanders bijna boos worden als je het ze probeert te voeren). Als je echter de juiste manier doorhebt om Vegemite te eten en dan is het erg lekker.
Ten eerste: Vegemite smaakt als een soort bouillonblokjes pasta, dus smeer het niet op je boterham alsof het Nutella is! Toast je boterham voordat je aan de slag gaat! Eet Vegemite altijd in combinatie met boter! Smeer het héél dunnetjes en sporadisch over je toast!
Mocht je in het bezit zijn van peterselie dan raad ik aan deze fijn te hakken en over je toast heen te strooien. Mocht je in het bezit zijn van een stokbroodje uit de oven dan ben je helemaal een geluksvogel! Warm stokbrood + boter + beetje Vegemite + peterselie = een heerlijke tv snack.
Niemand kan nog beweren dat ik niet goed ingeburgerd ben. Vegemite leren eten en het ook nog eens oprecht lekker vinden is toch wel de grootste proeve der bekwaamheid die je als buitenlander in Australië kunt doorstaan!

 

Met deze reclame aan het adres van Vegemite besluit ik dit verhaal. Maar niet voordat ik jullie heb laten weten dat jullie me allemaal heel dierbaar zijn! Ik weet dat ik mijn reis blijf uitstellen, ik heb het ook erg naar mijn zin en geniet van de kansen die zich nu voordoen. Maar ik zou nu niet zo kunnen genieten als ik niet wist dat dit wat ik nu doe maar tijdelijk is en dat ik uiteindelijk weer terug ga naar jullie. En die wetenschap maakt leven in het moment heel goed te doen!

Dikke knuffel Xxx

143 responses so far

Aug 01 2012

Keep left

Published by under Geen categorie

...

 
 

Hallo allemaal! Het heeft lang geduurd maar hier is dan mijn eerste Australië blog. Inmiddels ben ik alweer bijna 3 maanden in “the land down under” en ik heb niet stil gezeten. Dit beloofd dan ook een lang blog te worden. Dus ik zou zeggen, zet lekker een kopje thee en laat je even meevoeren naar de andere kant van de wereld…

Waar het leven niet alleen maar rozengeur en maneschijn is! Ja jullie lezen het goed, Australië bleek niet het sprookje te zijn wat ik me had voorgesteld maar, warempel, het echte leven. Inclusief teleurstellingen, cultuurverschillen, irritaties, aanpassingen en confrontaties.
In de andere landen stond ik aan de zijlijn, was ik een toeschouwer; een passant die zich een indruk vormde van het dagelijkse leven zonder er zelf actief deel van uit te maken. In Australië ging dit veranderen: mijn budget had een boost nodig dus heb ik in Azië een Work & Holiday Visum geregeld. Met Brisbane als startpunt ging ik me in het Australische werkende leven storten en een aantal maanden honkvast zijn.

 

Brisbane is de hoofdstad van de staat Queensland en is met 2 miljoen inwoners de derde grootste stad van Australië. Brisbane ligt in het midden van de oostkust (niet direct aan zee overigens) en heeft een subtropisch klimaat met warme zomers en milde winters. In Australië zijn de seizoenen omgedraaid, dus ik ben in de herfst aangekomen (begin mei) en zit inmiddels in de winter. Dit houdt in dat de nachten en ochtenden erg fris zijn waarbij je echt een jas nodig hebt. Overdag kan het soms regenen maar meestal is het lekker weer. Als de zon schijnt is het in de 20 graden. Geen zwemweer en ook geen rokjesweer (in de schaduw is het koud), maar in een t-shirtje in een park van het zonnetje genieten kan wel.

 

Hellooooooo Brisbane!

 

Mijn Work & Holiday visum geeft mij toestemming om maximaal 1 jaar in dit land te wonen en te werken. Deze status biedt mij de kans om eventjes volledig aan de Australische samenleving deel te nemen. Hoewel dat heel bijzonder is, is het ook vrij logisch dat een dergelijk opgaan in een samenleving en cultuur die anders is dan de jouwe niet zonder slag of stoot gebeurd…

 

Nu kwam ik op zich in een gespreid bedje terecht hier. Zoals gezegd woont de nicht van mijn moeder in Brisbane, ik noem haar mijn tante. Mijn tante is op jonge leeftijd met haar ouders naar Adelaide verhuisd. Hier heeft ze altijd gewoond totdat ze vorig jaar met haar man en jongste zoon naar Brisbane is verhuisd. Haar drie oudere zonen wonen alledrie in Adelaide, evenals haar broer.
Mijn tante is in de afgelopen jaren twee maal op bezoek geweest in Nederland dus ik ken haar vrij goed. Mijn tante is een leuke vrouw waar ik een goede klik mee heb. De avond dat ik aankwam in Brisbane was ik kapot van de vliegreis en het heen en weer gereis de weken daarvoor, maar het was zo gezellig dat ik uiteindelijk tot drie uur ‘s nachts met haar heb gepraat en we ondertussen een fles wijn soldaat hebben gemaakt.

 

Mijn tante en ik

 

Mijn tante heeft me in de eerste week enorm geholpen met het regelen van een tax file number, het openen van een bankrekening, het opstellen van een Engels CV en het nakijken van mijn sollicitatiebrieven. Ook attendeerde ze me erop dat ik een RSA certificaat nodig had, wilde ik in de horeca kunnen werken. RSA staat voor Responsible Serving of Alcohol. In Australië ben je wettelijk verplicht een alcohol cursus te doen voordat je in een etablissement mag werken waar alcohol geserveerd wordt. Deze cursus mag je in Queensland online doen. Hij neemt ongeveer 3 a 4 uur in beslag en wordt afgerond door een toets waar je 100% van de vragen goed moet hebben. Let wel: je mag een vraag zo vaak beantwoorden als je wilt en je kunt door de pagina’s bladeren tijdens je toets. De cursus stelt dus uiteindelijk niet zo ontzettend veel voor maar je moet wel 50 dollar dokken.

 

Hoe lief en behulpzaam mijn tante ook was, hoe heerlijk het was om even uit te blazen en hoe gezellig we het ook hadden, ik voelde me na een paar dagen een beetje ‘opgesloten’. Mijn tante woont namelijk in een suburb behoorlijk buiten de stad gelegen. Met de trein naar het centrum van de stad was ongeveer een half uur. Dat zou best te doen zijn, ware het niet dat ik eerst naar het treinstation gereden moest worden wat ook al een 20 minuten was. Er waren geen busmogelijkheden in haar suburb dus ik had weinig bewegingsvrijheid. Tja en na zo lang te hebben gegaan en gestaan waar je maar wilt is dat een grote omslag als je jezelf opeens trapped in suburbia bevind. Daarbij kon ik niet goed relaxen. Ik moest werk vinden. Pronto! Bij mijn tante solliciteerde ik via internet, maar dat ging me te langzaam. Ik dacht dat het sneller zou gaan als ik persoonlijk bij restaurants en cafés langsging en mijn CV uit ging delen, maar daarvoor moest ik in de stad zitten. Na een week bij mijn tante te hebben doorgebracht heb ik dan ook mijn backpack terug ingepakt en heb ik een dormbed geboekt in een hostel in de binnenstad.

 

Ik verbleef in een van de hostels in Upper Roma Street. In deze straat liggen een stuk of zes gigantische hostels. Mijn hostelervaring in Brisbane was een behoorlijke schok. De hostels op Upper Roma lijken wel fabrieken. Ik kon met moeite mijn kamer vinden en werd door de staf telkens een richting uitgewezen, maar geen enkeling die zich de moeite nam om een stukje met me mee te lopen en mijn kamer aan te wijzen die verstopt zat tussen de bar en de trap naar het zwembad.
Zoals gezegd zijn de nachten in Australië koud. Het hostel had te weinig dekens dus ik heb de eerste nacht kou geleden onder mijn laken + alle kleren in mijn backpack die ik zorgvuldig over mezelf heen had gedrapeerd. Belachelijk was dat je in de hostels een borg moet betalen voor je serviesgoed. Je hebt geen kluisje dus je moet maar kijken waar je met je borden en bestek heen gaat. In Azië at ik voor een paar euro per maaltijd op de straat of in restaurantjes (waar ik in mijn vorige blog nog over geklaagd had dat ik er zóóó klaar mee was), in Australië ging ik zelf koken in de gemeenschappelijke keuken van het hostel. In de supermarkt sloeg ik stijl achterover van de prijzen. Dertig dollar voor een zak aardappelen, peper en zout, boter, een half brood, 2 kipfilets, eieren, fishsauce, sojasaus, noodles, taugé en thee. Als dertig dollar 6 maanden lang zo’n beetje je dagbudget is geweest dan snap je hoe ik me voelde daar in die supermarkt. Vervolgens ging ik weinig succesvol in de overvolle keuken mijn best doen om pad thai te maken, enigzins proberend geen kruisbesmetting te veroorzaken.

 

Het allergrootste minpunt van de hostels in Upper Roma is echter het publiek. Ik zat in de female dorm (was goedkoper dan gemixt) en niemand praatte er met elkaar! De meisjes op mijn kamer waren op enige uitzondering na allemaal ‘flashpackers’. Dit zijn backpackers zonder backpack maar met rolkoffers, stijltangen en nagellakjes. Nu beweer ik niet dat je er als een onverzorgde hippie bij moet lopen, maar kom op, als reiziger moet je toch een beetje een bepaald imago hoog houden.

 

Ik voelde me in ieder geval niet bepaald thuis in het hostel en de gezelligheid was ver te zoeken. Ik kon dan ook mijn geluk niet op toen ik na drie dagen in het hostel een sms-je kreeg van Jayde. Jayde heb ik leren kennen tijdens mijn reis door Centraal-Amerika en is een geboren en getogen Brisbane meisje. In het sms-je stelde ze voor dat ik zolang bij haar kwam wonen, dat zou ze erg leuk vinden en dan kon ik geld uitsparen in mijn hostel kosten. Nu zou ik me normaal gezien erg ongemakkelijk voelen om zo een gulle aanbieding aan te nemen. Ik voelde me echter zó niet thuis in dat hostel, dus nadat ik mezelf ervan verzekerd had dat ze het echt leuk zou vinden, heb ik de uitnodiging met beide handen aangenomen. We spraken af dat ik zaterdag zou verhuizen.

 

Terwijl ik de nachten zat af te tellen dat ik nog in het hostel zat (dat waren er welgeteld drie haha), heb ik -zuljealtijdzien- de laatste avond op de valreep toch nog een leuke avond gehad. Ik leerde twee vrienden uit Bremen kennen. De een op het einde van zijn Australië avontuur en op het punt door Vietnam te reizen, de ander net aangekomen in Brisbane en vol motivatie om Engels te leren en een fysieke uitdaging aan te gaan op een farm in de outback. Samen met hen ben ik naar Fortitude Valley gegaan (aka de Valley: het uitgaansgebied van Brisbane). We misten onze busstop terug naar het hostel, waardoor we ongeveer een half uur terug moesten lopen. Dit onder luid geklaag van de laatstgenoemde Duitser. Zijn vriend merkte op “Can you believe this Damiet? This guy wants to go to a farm and challenge his physical strength, but he’s already complaining when he has to walk for 30 minutes”. Het antwoord hierop luidde “Ja, aber das ist doch etwas ganz anderes! Es gibt hier keine Schlangen oder ähnliches das ich töten kann!”

 

De volgende dag was ik nog altijd blij om te kunnen vertrekken, al had ik op de een of andere manier toch in de afgelopen dagen wat mensen min of meer bevriend die ik nu moest vertellen dat ik er weer vandoor ging! Ik ging naar West End whoehoe!!

 

Door Brisbane stroomt een brede rivier. West End ligt aan de andere kant van de rivier als de Valley en het CBD (Central Business District: financiële stadscentrum). West End is het artistieke, alternatieve, jong en hippe gedeelte van de stad. In West End woont een grote culturele diversiteit aan mensen. Hier wonen tevens de gay community en de kunstenaars. De sfeer is laid-back maar er is altijd wel iets te doen.
West End ligt weer vlak naast South Bank, ook aan de andere kant van de rivier gelegen. South Bank is tevens artistiek, maar waar West End alternatief, anders en een tikje zweverig is, is South Bank klassiek en chic. In South Bank ligt het Queensland museum, het conservatorium, de staatsbibliotheek, een theater, de Queensland kunstgalerij en een congres- en expositiecentrum.
Tevens in South Bank gelegen is het mooiste park van Brisbane. In het park staat een groot reuzenrad (zoals Londen dat ook heeft) wat het ‘s avonds oplicht. Je vind er straatkunstenaars en middenin het park hebben ze een kunstmatige lagune aangelegd mét een zandstrand. Ik had tijdens mijn 5 dagen in het hostel Jayne Eyre gekocht (ik dacht Wanida -mijn Thaise lifestyle goeroe;)- heeft gezegd dat ik klassiekers moet gaan lezen). Tussen de banenjacht door kwam ik al voordat ik West End woonde graag als het even kon in het park in South Bank mijn boek lezen.

 

Vreemde vogels in stadspark deel 1

 

Maar goed, ik dwaal af! Die zaterdag kwam Jayde mij dus ophalen in het hostel en bracht mij naar haar (geweldige!) huis in West End. Jayde woont samen in dit huis met haar partner Laurel en gemeenschappelijke vriend Richard. Ik sliep in de studeerkamer waar ze de slaapbank voor mij hadden opgezet.
Richard had een jaar eerder voor 6 maanden in Utrecht gewoond en was (werd mij vantevoren verteld) nogal verheugd over mijn aankomst. Hij droeg een t-shirt waar op de achterkant in dikke hoofdletters stond: BAAS. Ik kon het meteen goed met hem vinden. Hij vond het leuk om zijn Nederlandse zinnetjes tegen mij te zeggen zoals “hoe gaat het met jou” “eet smakelijk” “slaap lekker” “knul” en “fiets op je achter”. Die laatste ging niet helemaal goed. Richard legde uit dat hij in Nederland in een rengroepje had gezeten. In de club waarschuwde men elkaar als er een fiets aankwam, door te zeggen “fiets achter je!” Richard maakte hier van “fiets op je achter!”
De eerste avond genoten we van een typische Australische barbecue. In Australië heeft ieder huishouden standaard een barbecue, hoewel je het beter een buitenkeuken kunt noemen. Die dingen zijn reusachtig groot in vergelijking met onze barbecuetjes. Een Australiër zal onze barbecue op zijn best ‘schattig’ vinden.

 

Mijn huis in West End

 

Aussie bbq

 

Jayde en ik

 

Vanaf het moment dat ik in het hostel zat ben ik overigens meteen actief met de banenjacht begonnen. Ik heb mijn CV tig keren uitgeprint en ben in de verschillende delen van de stad deze uit gaan delen. Ik ben begonnen in Paddington, in dit deel van de stad woont de ‘upperclass’ van Brisbane. Het gedeelte geeft de mensen een suburb gevoel, terwijl ze nog atlijd op loopafstand van de binnenstad wonen. Die eerste ‘cv-drop’ dag had ik een leuke ontmoeting met een Siciliaanse man, de baas van een Italiaans restaurant. Hij kon mij helaas geen werk aanbieden maar wel een kopje koffie. Hij vertrouwde me toe dat hij sowieso eigenlijk liever geen backpackers aannam want “I get attached and then you go away!” Terwijl je dit leest denk er een zwaar Italiaans accent en bijbehorende armbewegingen bij.

 

Mijn tweede CV-drop dag had ik meer succes. Die dag was ik naar South Bank gegaan en had ik een gesprek met de Griekse eigenaar van een Italiaans restaurant. Het restaurant heet Dell Ugo en bleek het deftigste restaurant te zijn wat zich in South Bank bevind. De eigenaar regelde mij een sollicitatiegesprek met de eigenaresse (zijn vrouw) voor de daarop volgende week. Later die dag werd ik ook nog gebeld door de manager van Nando’s (een Portugese fastfood keten) in Paddington die mij ook de volgende week wilde zien voor een try-out. In het hostel had ik iedereen horen klagen dat het zo lastig werk vinden was en ik dacht bij mezelf “wat nou?! ik ben pas twee dagen bezig en ik heb al twee geïnteresseerden”.

 

In Dell Ugo werd ik na een sollicitatiegesprek en try out aangenomen. Dell Ugo wordt gerund door het Griekse echtpaar Soula en Michael en hun 23-jarige zoon Gianni. Vooral het echtpaar is heel strikt en behoorlijk zakelijk. Complimenten geven hebben ze nog nooit van gehoord. Sociaal gezien biedt het werk mij weinig meerwaarde aangezien kletsen op het werk niet wordt geapprecieerd.
Één keer heb ik echt een gezellige dienst gedraaid. Dit was mijn eerste dienst na mijn try-out. Ik werkte de lunch en toen deze voorbij was ging ik met de eigenaar, zijn zoon en de keukenstaf aan tafel voor het heerlijkste pastagerecht wat ik ooit geproefd heb. De baas zette een fles wijn op tafel die hij van een bevriende wijnhandelaar had gekregen: een rode wijn uit ’94. Ik dacht nice ik heb het mooi getroffen, maar helaas heeft zich dit tafereel nooit meer herhaald. Dell Ugo werd een constante bron van ergernis en teleurstelling. Ik werd maar 2 of 3 avonden per week ingepland waarvan minstens de helft op het laatste moment werd gecanceld omdat het niet druk was.
Michael, de baas, was tijdens de lunch een hele gezellige man, maar is tijdens het werk een onbeleefde bullebak die bevelen schreeuwt, een en al spanning uitstraalt en verwacht dat je hem met één woord begrijpt en raakt openlijk geïrriteerd als dat niet zo is. Hoe drukker het is, hoe gestresster hij raakt en hoe meer hij zijn oncharmante kant laat zien.
Toen ik er pas kwam werken was mijn voornemen om de werknemer van hun dromen te worden: d.w.z. geen tegengas geven, do as you are told, hard werken en niet in de verdediging schieten. Nu ben ik gelukkig niet meer afhankelijk van Dell ‘Ugo en werk ik er enkel nog als extraatje. Als mijn baas dus weer eens bot tegen me doet of voor iets onbenulligs uit zijn slof schiet geef ik hem enkel een hooghartige blik en doe ik verder alsof hij lucht voor me is.

 

In Dell Ugo is er een hele strikte rolverdeling. Ik ben ‘runner’ wat wil zeggen dat ik drankbestellingen opneem, drankjes breng, eten uitserveer, tafels afhaal etc. Ik mag geen eetbestellingen opnemen (behalve voor het dessert) en ik mag geen enkele beslissing op eigen houtje nemen. Eigenlijk moet ik het liefst zo kleurloos mogelijk mijn werk doen. In mijn tweede werkweek zaten er een groep Nederlandse zakenmannen in het restaurant waar ik een praatje mee maakte. Ik zag aan de blikken van mijn baas dat dit helemaal niet op prijs werd gesteld. De zakenmannen vonden het juist erg leuk en kwamen iedere keer met me kletsen wanneer ik naar hun tafel ging, terwijl mijn baas steeds ontevredener keek. De strikte manier van serveren volgens de regeltjes vind ik heel leuk, maar de overige werkhouding naar mijn collega’s en de gasten is helemaal niet mijn ding! Ik snap dat het allemaal voornaam en formeel is, maar je kunt ook overdrijven… Ik moest laatst erg gniffelen toen ik op zoek ging naar reviews van Dell Ugo en menig ontevreden recensie tegenkwam. Niet zelden werd er commentaar gegeven op de houding van de eigenaren. In mijn favoriet staat, ik citeer: “unless you’d like to be abused and treated horribly for no reason, avoid Dell ‘Ugo in Southbank, Brisbane”.

 

Vreemde vogels in stadspark deel 2

 

Zoals gezegd had ik ook nog een try-out bij een filiaal van Nando’s; een Portugese fastfoodketen. De manager van het filiaal was een heel vervelend mens, ik mocht haar meteen niet. Tijdens de try-out heeft ze me nauwelijks iets fatsoenlijk uitgelegd, maar in plaats daarvan kon ik de afwasmachine van binnen gaan schuren met een schuursponsje. Voor de mensen die nooit in een restaurant gewerkt hebben: dit is zo ongeveer het grootste rotklusje wat men je kan geven. Hou hier ook bij in je achterhoofd dat je in Australië NIET betaald krijgt voor je try-out, geen rooie cent! Ik had dus behoorlijk het gevoel dat misbruik van me werd gemaakt. Ik had eigenlijk meteen moeten weggaan, maar goed je hebt geld nodig, dus je wilt ook niet meteen je kansen vergooien. Toen ze me voor een tweede (!!!) try-out wilde inboeken voor de daarop volgende dag, liet ik haar weten dat ik het hele weekend al andere verplichtingen had. De manager vond dat ik haar dit vantevoren had moeten vertellen. Ik zei haar dat ik er vóór een try-out nog niet vanuit ga dat ik haar al over mijn beschikbaarheid moet inlichten, aangezien ze op dat moment nog niet mijn werkgever is. Ik nam aan dat we de try-out zouden afwachten en vanaf daar verder zouden gaan. De manager was het hier niet mee eens en zei dat ze me de week daarna nog wel zou bellen. Ik las van haar gezicht af dat ik nooit meer iets van haar zou horen, maar was er niet echt rouwig om.

 

Aangezien Nando’s niks geworden was en Dell Ugo mij misschien 7 uurtjes werk per week bood, ging ik druk op zoek naar een tweede baantje.
Tijdens deze jobhunt heb ik mij voornamelijk op West End en het CBD gericht. West End omdat de mensen me bevallen en het CBD omdat ik gek ben op de hoge gebouwen en de energieke, dynamische atmosfeer.

 

De tweede jobhunt leverde helemaal niks op. De meeste zaken namen mijn CV wel aan maar heb ik nooit iets van gehoord. Bepaalde afwijzingen doen meer pijn dan anderen. Bijvoorbeeld de zaak waar je binnenloopt en men aan je vraagt of je koffie kunt maken. In andere zaken zei je nog dat je er geen specifieke skills in hebt maar het wel graag wilt leren, maar nu heb je het punt bereikt dat je lak hebt aan dat soort eerlijkheden. Dus je zegt -with confidence!- “ja hoor.” Ik bedoel ik heb jaren bij Fletcher de koffiemachine gehanteerd en cappuccino schuim staan opstomen, dus ik ben niet helemaal clueless. Wat je vervolgens niet verwacht is dat je huppakee achter de machine wordt gezet. Je gooit je charmes in de strijd en knoopt een praatje aan met de barman, terwijl je ondertussen, al zeg je het zelf, toch een aardige cappuccino weet neer te zetten. Zodra je hoort “It was very nice to meet you. We might give you call” weet je dat het over is. Verslagen door het koffieapparaat en het onvermogen een hartje in het schuim te laten verschijnen.
Andere zaken lieten mij weten geen backpackers aan te nemen omdat die vaak beloven een half jaar te blijven en hem dan na een maandje of twee (als ze net ingewerkt zijn) weer peren. Mijn theorie is dat dit gegeven mijn pogingen tot werk zoeken erg in de weg heeft gestaan. Ik zag op internet restaurants die ik onlangs mijn CV had gegeven adverteren voor personeel. Als ik gekwetst de advertentie opende zag ik zwart op wit staan dat ze geen Work & Holiday visum mensen aannamen.
Hoewel ik deze houding op zich wel kon begrijpen was het echt niet leuk. Je begint op een gegeven moment behoorlijk aan jezelf te twijfelen wanneer je overal wordt afgewezen of simpelweg niets meer terughoort. Dat werkt erg demotiverend. Er waren nog genoeg andere gebieden in Brisbane waar ik een CV drop zou kunnen doen (ik was nog niet in de Valley geweest en ik zou New Farm -Brisbane’s ‘Little Italy’- kunnen proberen), maar ik had er geen zin meer in. Of beter gezegd: ik was de hoop kwijtgeraakt. Heimwee begint dan ook een beetje op te spelen. Mijn dieptepunt was toen ik op een vrijdagavond terug liep naar huis na een middagje vruchteloos banen zoeken en ik zag dat de restaurants allemaal vol zaten met vrienden die na een harde werkweek met elkaar het weekend inluidden onder het genot van een drankje en lekker eten. Ik had natuurlijk Jayde, Laurel en Richard, maar ik dacht aan míjn vriendinnen thuis en mistte ze opeens heel erg.

 

Gezien de moeilijkheden die ik ervaarde bij het vinden van werk in de horeca besloot ik het op andere fronten te proberen. Al snel kwam ik uit op de optie fruit plukken. Het is een aantrekkelijke optie omdat je er heel goed geld mee kunt verdienen en je op de boerderij weinig mogelijkheden hebt om het uit te geven. Ik heb wat internetonderzoek gedaan, ik heb erover nagedacht en ik heb me een levendige voorstelling geprobeerd te maken over hoe mijn leven er dan uit zou gaan zien: maandenlang op een boerderij in weer en wind, regen en hitte, op de knieën en met gebogen rug aardbeien verzamelen. Slapen, eten en leven in een megahostel vlakbij de boerderij waar de fruitplukkers met z’n allen samen leven. Maandenlang niet de mogelijkheid om even de stad in te gaan en sushi te halen op Ann Street (de beste!) en via Albert Street naar de botanische tuin te lopen (onderweg nog even stoppen voor beker groene thee) om daar op mijn sarong te genieten van mijn bijeensprokkelde picknick. Niet het ‘s avonds naar de Story Bridge kunnen lopen om de Brisbane skyline te kunnen bewonderen. Hoewel ik van de natuur hou, hou ik heel erg van de stad. Het geeft mij een gevoel van vrijheid. Ik hou ook van Brisbane kan ik concluderen. Ik heb heel even getwijfeld toen ik pas aankwam. Niet iedere stad past bij je. Maar de stemming die Brisbane uitademt bevalt me. Brisbane heeft qua architectuur een ietwat New York achtige uitstraling (heel modern met opeens, tussen alle strakke gebouwen, een oude gothische kerk of een in Renaissance stijl gebouwd stadshuis). Qua sfeer is Brisbane echter stukken relaxter dan de Amerikaanse wereldstad. Ik hou ook van de verschillende stadswijken die allemaal hun eigen karakter hebben.
Ik besloot dan ook een deadline te stellen. Ik ging mezelf nog twee weken geven en dan moest ik een baan hebben gevonden waarvan ik kon leven én sparen. Zo niet dan ging ik mezelf aanmelden voor een fruitplukbaan.

 

Hoge gebouwen in Brisbane CBD

 

Brisbane CBD

 

Straat in Brisbane

 

Kerk nabij Ann St.

 

United church op Albert St.

 

Skippy + City Hall

 

Skippy en ik

 

Nog een straat in Brisbane

 

Story Bridge

 

Ik op Story Bridge

 

Brisbane city bij nacht

 

De oplossing voor mijn baandilemma werd aangedragen door mijn vriendin Katie. Jullie kennen haar al van mijn Vietnam verhaal. Katie is mijn Duitse vriendin waarmee ik door Vietnam heb gereisd. Katie bevond zich in Cairns (stad in het noorden van Queensland) en had daar ook moeite om werk te vinden. Zij vertelde mij dat ze zich had aangemeld op een nanny website en dat er heel veel gezinnen in Brisbane op zoek waren naar een nanny. Katie had een gezin gevonden en zou een paar weken later naar Brisbane afreizen. Zo gezegd zo gedaan en dezelfde avond nog stond mijn profiel online op de door Katie gerecommandeerde website. En Katie had gelijk. Nanny’s waren wat Brisbane nodig had! De volgende ochtend had ik allemaal berichtjes van geïnteresseerde gezinnen. Uit alle berichten heb ik er drie gedestilleerd waarmee ik een persoonlijke afspraak heb gemaakt. Het eerste gezin betrof een alleenstaande moeder met twee zonen in de leeftijden 9 en 11. Het tweede gezin woonde in Paddington en zaten duidelijk goed in de centen. Het derde gezin woonde ver buiten de stad.

 

Vanaf het begin neigde ik al naar de alleenstaande moeder. Ik voelde een fijne klik met haar, maar ik vond haar ook lekker afstandelijk. Ze betaalde niet zo veel, maar ik zou alle mogelijkheid hebben om er een overdag baantje op na te houden tijdens de uren dat de kinderen op school waren. Bovendien had ik alle weekenden vrij. En uiteraard kost en inwoning. Omdat het voor mij natuurlijk de eerste keer was dat ik een dergelijke positie als nanny overwoog, wilde ik wat vergelijkingsmateriaal hebben en wilde ik sowieso alle drie de gezinnen ontmoeten alvorens ik een beslissing nam. Na dit te hebben gedaan vond ik nog altijd de alleenstaande moeder het fijnste. Binnen de met haar afgesproken tijd stuurde ik haar een berichtje dat ik graag haar nanny wilde worden en vroeg ik haar mij zo snel mogelijk te laten weten of zij dit ook nog wilde zodat ik de andere gezinnen kon gaan informeren. Na dagen en dagen te hebben gewacht en niets meer van deze mevrouw te hebben terug gehoord was ik zó teleurgesteld dat ik besloot haar dit te sms-en. Ook een gesprek met Richard, die mij vertelde dat Australiërs niet zo direct zijn als Nederlanders in dat soort dingen en vervelende situaties als iemand afwijzen soms liever geheel vermijden, veranderde niks aan mijn overtuiging. Ik was zó boos. Aan de ene kant ook erg teleurgesteld dat ik de baan niet gekregen had, maar ook echt boos over het in mijn ogen gebrek aan respect. Ik heb twee keer tijd voor haar vrij gemaakt. Een keer voor een ontmoeting met de moeder in een koffiezaakje en één keer voor een kennismaking met de kinderen en rondleiding door het huis. Op dat moment dacht ik niet bepaald positief over de Australiërs. Het ging natuurlijk om één vrouw, maar ik dacht als dit de manieren zijn hier… Dan ga ik ze eens even opvoeden! De mevrouw heeft dus een beleefd, maar scherp smsje van mij mogen ontvangen. Waar ze opeens wel meteen op kon reageren.. Ze had het erg druk gehad, was ook nog eens ziek geweest én had mijn smsje per ongeluk niet gelezen. Jaja.

 

Ondertussen had ik de andere twee gezinnen afgewezen omdat ik er geen goed genoeg gevoel bij had gehad, dus was ik weer helemaal terug bij af. Op mijn paar uur per week baantje bij Dell Ugo na uiteraard. Inmiddels was mijn vriendin Katie aangekomen in Brisbane waar ik heel blij mee was.
Beiden hadden we wat last van de overgang van Azië naar Australië. Het geld wat er opeens met bakken uitvliegt zorgt voor een behoorlijke kater waar je echt even een slechte zin van krijgt. Ik moest daarbij ook erg wennen aan bepaalde omgangsvormen in het land. In Australië vraagt iedereen (in de winkels dan met name) hoe het met je gaat. Ik kon daar in het begin helemaal niet mee omgaan. Dan wil je een flesje water afrekenen en in plaats van dat je gewoon geholpen wordt, krijg je de vraag “Hi, how are you?” voor je voeten geworpen. Ik wist nooit goed hoe ik moest antwoorden. De vraag bleef me in de eerste weken overvallen. Nu ben ik inmiddels een volledige prof en laat ik me niet meer van de wijs brengen haha.
Ook het feit dat men hier aan de linkse kant van de weg rijdt werkt door in meerdere aspecten van het dagelijkse leven. Zo zijn de roltrappen in warenhuizen andersom en als je de trap op loopt op het treinstation loop je aan de linkerkant i.p.v. aan de rechterkant. Lastigste is dat je op straat, wanneer je iemand moet ontwijken, dit ook naar links doet. Ik heb in mijn eerste maand menige Ozzie geblokt doordat ik de verkeerde kant op ging. Het ging zo ver dat ik een tijdje lichtelijk in de stress schoot wanneer ik zag dat ik iemand moest gaan ontwijken. “Oké, rustig blijven… Nadenken! Check je met handen wat links is… Juist daar ga je heen”.

 

Ook Katie vond het overigens niet zo gezellig in het hostel. Katie’s theorie is dat de meeste backpackers hier een stuk jonger zijn en waarschijnlijk nog te veel met zichzelf bezig zijn om gesprekken met vreemden aan te knopen op de hostelkamer.
Ik stond er dagelijks bij stil dat ik zo blij was dat ik uitgenodigd was geworden om in West End te komen wonen. Ik ben echt een geluksvogel dat ik zo een vriendelijk en gastvrij persoon als Jayde heb mogen ontmoeten tijdens mijn reis! En Laurel en Richard zijn net zo.
In de dikke maand dat ik bij hen gewoond heb regende het geregeld en ik was zo blij dat ik lekker met een filmpje op de bank kon kruipen in plaats van in een ongezellig fabriekshostel te zitten.

 

Een hele leuke avond was een fundraiser-etentje dat Jayde en Laurel hadden georganiseerd voor een liefdadigheidsinstelling in Cambodja. Jayde en Laurel zijn een tijd geleden in Cambodja geweest en hadden al langer het plan om geld in te zamelen voor een school aldaar. Ze hebben een etentje gegeven voor 25 van hun vrienden, die allen 30 doller p.p. moesten betalen voor het diner. Alle opbrengsten gingen naar de instelling.
Erg gelachen heb ik toen ik een keer met ze mee ging naar vrienden om samen een rugby wedstrijd op tv te kijken. Tijdens de rust gingen de meisjes bij elkaar de haren van de zijkant van hun hoofd wegscheren (Rihanna eat your heart out!!) Niet van mijn hoofd overigens.

 

Boodschappen doen voor fundraiser

 

Laurel en Jayde in de keuken

 

Helemaal klaar voor de gasten

 

Slagroom-klop-wedstrijd

 

Richard in het heetst van de strijd

 

Mijn verblijf bij de meest geweldige 3 huisgenoten in West End zorgde ervoor dat mijn jobhunt dagen niet alleen maar kommer en kwel waren;)
Door mijn focus op de banenjacht heb ik buiten Brisbane om nog weinig van Australië gezien. Ik ben een weekendje met mijn tante naar Adelaide geweest. Daar hebben we veel gezellige familiemomenten gehad maar weinig van de omgeving kunnen zien. Met Jayde heb ik een dagtrip gemaakt naar de Goldcoast en ik heb op een zaterdag een berg beklommen in de buurt van de Sunshine Coast. Die berg heette Tibrogargan en de beklimming ervan maakte deel uit van een date die ik had met ene ‘Outback Jack’ (al heette de mijne Martin en had ‘ie een baard in plaats van een gladgeschoren gezicht). Props voor de creatieve date, maar verder was er geen klik van mijn kant. Dat is maar goed ook, want ik heb helemaal geen zin om grenzeloos verliefd te worden 😀

 

Dagtripje naar de Goldcoast met Jayde

 

Zicht vanuit Mount Tibrogargan op de andere Glass House Mountains

 

Terug naar de jobhunt: gezien ik dus geen passende nannybaan gevonden had, ging ik weer op zoek naar een tweede baan. Op een memorabele dag liep ik een subway-filiaal binnen waar ze géén personeel nodig hadden, maar mij wel doorverwezen naar een restaurant genaamd de German Sausage Hut waar ze wél mensen zochten. De German Sausage Hut ligt midden in het CBD, in een zijweg van een van mijn favoriete straten. Hier waren ze erg geïnteresseerd in mij en wilden ze me graag de daaropvolgende week voor een gesprek met de eigenaar zien.
Op precies dezelfde dag ontving ik een telefoontje van een gezin van de nanny website die mij ook graag wilden ontmoeten.

 

De daaropvolgende dag al ging ik bij het potentiële nanny-gezin langs. Het gezin betrof een jong echtpaar (de moeder is 30) met 3 kinderen: een meisje van 8, een jongen van 3 en een meisje van bijna twee. Op dat moment hadden ze een Franse nanny, maar zij vertrok over twee weken terug naar Frankrijk.
Het huis was een rommeltje (niet vies maar echt chaotisch), het oudste meisje was stuurs en wilde zich niet aan me voorstellen, het jongetje van drie rende de hele tijd gillend door het huis en de baby hield me vanonder gefronste wenkbrauwen met donkere ogen wantrouwig in de gaten. De laatste kwam na een uur of wat opeens vriendschap met me sluiten door me achtereenvolgens de schoenen van haar broertje, de afstandsbediening, een gebruikte lepel, en een van haar poppen te brengen.
De ouders kregen tijdens de kennismaking knetterende ruzie. Ze hadden voorgesteld dat ik bleef eten en dan zou de vader mij terug naar huis brengen. Op de avond zelf bleek de vader echter een dubbele afspraak te hebben gemaakt. Hij probeerde de Franse nanny met de taak op te zadelen maar de moeder vond dat niet goed. Ik voelde me opgelaten en dacht erover aan te bieden dat ik wel met de bus terug zou gaan, maar dacht toen nee; zij hebben het aangeboden dus ze vechten het zich maar uit hoe ik naar huis kom. (Ik ging bovendien de Amazing Race of Australia met mijn huisgenoten kijken en ik zou nooit op tijd terug zijn als ik de bus nam).
Uiteindelijk heeft de vader me gewoon naar huis gebracht, maar pas nadat de ouders elkaar naar het hoofd slingerden dat ik nu vast geen zin meer had om hun nieuwe nanny te worden. Ik hield me wijselijk op de achtergrond en zei dat ik hen binnen een paar dagen mijn besluit zou laten weten.

 

Maar -vraag me niet waarom want later heb ik me dit zelf ook vaak genoeg afgevraagd- eigenlijk wist ik al vrij snel tijdens de ontmoeting dat ik ja ging zeggen tegen dit gezin. Natuurlijk speelde het feit dat ik echt graag werk wilde hierin mee (en het feit dat dit gezin meer dan het dubbelde betaalde dan de andere gezinnen), maar ook het gezin zelf trok me op de een of andere manier. Ik zag het als een uitdaging. Ik zag mezelf al als Jo Frost naar binnen schrijden -links en rechts op beheerste en duidelijke wijze time-outs uitdelend- en zowel de kinderen als het huishouden op de rails te zetten.

 

Inmiddels woon en werk ik nu precies een maand als nanny bij dit gezin en het enige wat ik erover ga zeggen is… wordt vervolgd!!

 

Ik maak bij deze de belofte dat ik over 2 weken een nieuw blog plaats over de afgelopen 6 weken. Dan zijn jullie weer helemaal bij!
In mijn volgende verhaal vertel ik jullie ook over de German Sausage Hut. Hier heb ik ondanks mijn nanny-baantje ook nog een aanbieding gekregen die ik heb aangenomen…

 
 

To be continued!!!

66 responses so far

Next »